Veel problemen bij kinderen ontstaan al in de periode dat de baby zich in de baarmoeder ontwikkeld. Door een verkeerde houding (stuitligging bijvoorbeeld) of een plaatsgebrek in de baarmoeder kan de baby zich niet overal optimaal ontwikkelen. Dit kan  na de bevalling problemen opleveren bij de baby zoals hier beneden bij de indicaties voor baby’s zijn omschreven. Maar ook tijdens de geboorte kunnen problemen ontstaan. Zo kan de flexibiliteit van het schedeltje worden aangetast door een nauw geboortekanaal, een trage of juist snelle bevalling of het gebruik van hulpmiddelen zoals tang of vacuümpomp.

Hierdoor kunnen problemen ontstaan, zoals huilen, een sterke voorkeurshouding, een éénzijdige ontwikkeling of slik- of zuigproblemen. Behalve problemen met de schedel, kampen pasgeborenen in de bovenste nekwervels vaak met een asymmetrische spanning.

Wanneer dit laatste zich voordoet spreken we van het zogenoemde “KISS-syndroom”. Het gevolg hiervan is dat de baby belemmerd wordt in zijn nekbewegingen en het hoofdje dus steeds naar één kant beweegt. Daardoor zal het hoofdje een asymmetrische vorm gaan aannemen en spreken we van een plagiocephalie.  De osteopaat kan hierbij hulp bieden( zie onder “KISS-syndroom”).

 Maar de osteopaat kan met bepaalde spiertesten er achter komen of uw baby een koemelk of lactose intolerantie of allergie heeft. Hij kan de oorzaak van overmatig spugen (reflux) opsporen en behandelen maar ook waarom de baby overmatig huilt. Ook darmkrampjes, obstipatie of juist diarree klachten kunnen zich bij baby’s voordoen. De oorzaak hiervan kan de osteopaat verhelpen door de het buikje van de baby te behandelen cq de ingewanden te mobiliseren, maar ook door te proberen het verteringsproces te stimuleren door te werken met een

probioticum of supplementen welke het verteringsproces in positieve zin beïnvloeden. De aanpak van deze problemen staat elders op deze site onder baby’s uitgebreid beschreven.